Roodharige wespbij ( Nomada lathburiana )

 

De roodharige wespbij is een relatief grote wespbij.

De mannetjes hebben groene ogen, terwijl de vrouwtjes rode ogen hebben.

De vrouwtjes zijn van andere wespbijen goed te onderscheiden aan de rode beharing op het borststuk en het geel en rood op zwarte achterlijf.

Het schubje voor de vleugelinplanting en het bultje op de schouder is geel met rood.

Mannetjes zijn lastiger te herkennen, de borststukbeharing is meer gelig en op de zijkanten zelfs bijna wit. 

Zelf bezoekt de roodharige wespbij ook bloemen, maar dan alleen voor de eigen voeding.

Ze komen regelmatig foerageren bij paardenbloemen, maar zijn ook op wilgen en fluitenkruid te vinden.

De roodharige wespbij is gebonden aan de grijze zandbij en de asbij.

De wespbij glipt in een onbewaakt ogenblik de nestgang in, maakt nestkamers open en legt daar haar eigen eieren, één per nestkamer.

De originele larve overleeft dit niet en wordt gedood door de wespbijlarve.

De roodharige wespbij is  een koekoeksbij die haar eigen eieren in de nestkamers van de grijze zandbij legt.

Zonder stuifmeel te verzamelen en een nest te graven krijgt ze zo voedsel en bescherming voor haar larve.