Groefbij ( Lasioglossum )

 

Groefbijen  lijken wel wat op zandbijen in uiterlijk en gedrag.

Ze verzamelen het stuifmeel ook aan hun achterpoten en graven hun nesten ook in de bodem.

Gemiddeld zijn groefbijen aan de kleine kant; veel soorten zijn tussen 4 en 8 mm.

De meeste soorten hebben lichte haarbandjes op het achterlijf.

Vrouwelijke groefbijen zijn te herkennen aan het lengtegroefje op het uiteinde van het achterlijf. 

Alle soorten groefbijen graven hun nesten in de bodem.

 

Opmerkelijk in hun levenscyclus is dat de vrouwtjes als volwassen bij overwinteren.

Terwijl de meeste andere bijensoorten voor de winter sterven, zoeken vrouwtjes van groefbijen in het najaar een schuilplek op, waar ze de hele winter verblijven.

Ze hebben in de zomer gepaard en dragen bevruchte eitjes bij zich, maar ze bouwen pas in het voorjaar een nest waarin ze de eitjes leggen.

In het voorjaar zijn er dus alleen vrouwelijke groefbijen te zien.

Mannetjes komen in de zomer pas.

 

De meeste groefbijen zijn niet erg kieskeurig bij het verzamelen van stuifmeel.

Doorgaans bezoeken ze hiervoor bloemen van uiteenlopende plantenfamilies.

Enkele soorten hebben wel een duidelijke voorkeur voor bijvoorbeeld gele composieten.