Goudwesp ( Hedychrum rutilans )

 

Voorkomend op  open zandige plaatsen zoals heidegebieden, kustduinen en andere verstoorde zandige plaatsen. 

Volwassenen goudwespen voeden zich met nectar van verschillende bloemen.

Achterlijf roodachtig goud, vaak met plekken met groene of paarse weerschijn.

Op de blauwgroene kop en op het borststuk is hier en daar een gouden kleur aanwezig.

Lengte mannetje en vrouwtje bedraagt 6-10 mm.

Meestal worden ze gezien in de buurt van grote concentraties honingbijen.

Vliegtijd van half juni tot half september, vooral in juli en augustus.

Parasiteert op de bijenwolf en in Zuid-Europa ook bij andere Philanthus-soorten.

Het ei wordt op de prooi van de bijenwolf gelegd, voordat deze de honingbij ondergronds opbergt.