Boomkikker ( Hyla arborea )

 

De boomkikker is een kleine grasgroene kikker met zuignapjes aan het einde van vingers en tenen, waardoor hij goed kan klimmen. Tussen de groene rug en lichte buik bevindt zich, op de flanken, een bruinzwarte band.

Hij heeft oranje ogen met een horizontale pupil en een goed zichtbaar trommelvlies.

Hij kan zijn kleur veranderen van lichtbruin tot donkergroen.

Mannetjes hebben een hele grote kwaakblaas onder de kin, die alleen zichtbaar is als er gekwaakt wordt.

De boomkikker kan 5 cm groot worden.

Jonge boomkikkers hebben hetzelfde uiterlijk als volwassen dieren.

 

De boomkikker plant zich voort in visvrije, zonnig gelegen voedselrijke wateren met een goed ontwikkelde oever- en watervegetatie. Vanaf half april zijn de luidruchtige concerten van de boomkikker te horen, vanuit de oevers van de voortplantingswateren.

Vooral op warme avonden wordt er geroepen.

Dit kan doorgaan tot eind mei - begin juni.

De meeste eiklompjes worden eind april tussen de oeverbegroeiing in het water aangetroffen.

Een vrouwtje legt meerdere legsels op een diepte die minder is als tien centimeter.

Het aantal eitjes wat ze in een seizoen kan leggen is 150 tot 300.

De tweekleurige eieren worden in klompjes ter grootte van een walnoot afgezet en vallen daardoor weinig op.

In de eerste helft van juli zijn pas gemetamorfoseerde boomkikkers te vinden op struiken en ruigtebegroeiing in de omgeving van het voortplantingswater.

Larven kunnen tot in augustus in het water aangetroffen worden.

In warme zomers kunnen gemetamorfoseerde dieren vanaf half juni gevonden worden.

Ervan uitgaande dat de meeste boomkikkers in hun derde levensjaar voor het eerst voortplanting deelnemen, betekent dit dat boomkikkers gemiddeld slechts één tot drie seizoenen aan de voortplanting meedoen.

 

Boomkikkers leven in zonbeschenen begroeiingen en in de zone tussen waterpartijen en aangrenzend struikgewas.

Ze overwinteren tussen boomwortels, in houtstapels of in een strooisellaag.

De boomkikker houdt van water.

Liefst omgeven door een struikachtige begroeiing en bomen.

In tegenstelling tot andere kikkers zit de boomkikker graag in de zon.

Je kan hem al zonnend spotten op struiken.

Hierbij sluit hij de ogen om te slapen.

 

Boomkikkers zijn in de schemering en ‘s nachts actief.

Dan jagen ze op voedsel wat bestaat uit allerlei soorten insecten zoals vliegen, muggen, kevers en wantsen.

Die worden gevangen met de lange tong of worden besprongen.

Ze hebben een goede camouflage waardoor men ze vaak voorbij loopt zonder ze op te merken.

In Vlaanderen komt de boomkikker slechts op zeer bepaalde locaties algemeen voor waaronder in het vijvergebied Midden- Limburg in Hasselt, Zonhoven en Heusden- Zolder.

De boomkikker heeft een voorkeur voor het landschapstype ‘bos en struweel’ en stelt hoge eisen aan zijn leefgebied.

Als landhabitat zijn vooral zonnig gelegen zoom- en mantelvegetaties, vegetaties van meerjarige kruiden en braamstruwelen van belang.