Duizendschoon ( Dianthus barbatus )

 

 

Dianthus barbatus is inheems in de Pyreneeën en van de Karpaten tot in Mantsjoerije.
Duizendschoon, keitjes of lievemannekes is zo een typische cottageplant en die zeker niet mag ontbreken in een boerentuintje, zijn eveneens geschikt voor potten of rotstuinen.


Ze bestaat in wit, roze, rode, roodpaarse tinten, soms meerkleurig, enkelvoudig of dubbelbloemig.

Het is een tweejarige of kortlevende vaste plant.
De kleine bloempjes vormen afgeplatte schermen op lange kale stengels.

Als plant wordt duizendschoon zelden in de handel aangeboden.

Mocht je toch een exemplaar weten te bemachtigen, dan is het raadzaam de plant in oktober te planten, zodat ze volgend voorjaar haar volledige bloemenpracht kan ontvouwen.

Dit geldt ook voor planten die in de kas of op de vensterbank zijn gekweekt.

 

Zaden zijn wel te vinden bij de meeste speciaalzaken.

In juni is het al warm genoeg en kan je de zaadjes, in groefjes van ongeveer een centimeter diep, direct in het tuinbed zaaien.

Zowel in rijen als in groepen geplant moet je een plantafstand van ca. 20 cm aanhouden.

Bedek de zaden slechts licht met aarde en geef regelmatig water tot de planten opkomen.

Omdat de duizendschoon tot de tweejarige vaste planten behoort, bloeit ze pas in het tweede jaar.

 

In de jaren die daarop volgen, kan je de kleine zaadjes gebruiken voor vermeerdering.

De zaadjes kan je verwijderen op droge dagen, na het verwelken van de bloemen.

Na de eerste bloei in mei of juni kan je ook een natuurlijke uitzaai laten plaatsvinden door de verwelkte bloemen niet meteen af te knippen.

Aan de andere kant is het raadzaam om de bloemen al vóór het bloeien af te knippen als de vaste plant geleidelijk aan teveel de overhand heeft gekregen.